Re: Enschede (alle berichten over enschede)
Bron:
Enschede.TCTUBANTIA
Vuurwerkramp Rechercheurs Kaltgestellt.
Twee rechercheurs van de Enschedese vuurwerkramp
Klokkenluiders Kaltgestellt door
Jacob Vis
In mei 2000 sloeg de ontploffing van een vuurwerk opslagplaats in Enschede een compleet stadsdeel weg. Hoewel iedereen wist dat die opslagplaats nooit in een woonwijk had mogen staan en de ware schuldigen dus achter een bureau op het gemeentehuis zaten, leverde het onderzoek naar de schuldvraag een verdachte op die als zondebok moest dienen. Twee oudgedienden van het recherchebijstandsteam, Jan Paalman en Charl de Roy van Zuidewijn, maakten bezwaar: dit is niet de man die we zoeken. Justitie zette hen onder druk dat bezwaar in te trekken. Toen dat niet lukte zijn ze met ambtelijke precisie kaltgestellt.
Op zaterdagmiddag 13 mei 2000 kwam rond drie uur een telefonische melding binnen van een brand op de opslagplaats van vuurwerkfabriek SE Fireworks. Hoewel er sprake was van een kleine brand bij de werkbunker – de plek waar het personeel bij aankomst gewoonlijk samenkomt – rukte de brandweer uit met groot materieel omdat de opslag plaats midden in een drukke woonwijk stond en uitbreiding van de brand tot een ware ramp kon leiden. Zodra het sein Brand meester klonk, opende een brandweerman de deuren van de andere bunkers/containers volgens de zogenaamde kubusmethode, om te zien of daar nog iets smeulde. Wat er toen misging is nog steeds niet duidelijk, maar de feiten zijn dat de gehele vuurwerkvoorraad explodeerde, waardoor drieëntwintig mensen stierven, bijna duizend gewonden vielen en een hele wijk in de as werd gelegd.
De gehele vuurwerkvoorraad explodeerde, waardoor drieëntwintig mensen stierven, bijna duizend gewonden vielen en een hele wijk in de as werd gelegd.
Wie nu de vernieuwde wijk Roombeek ziet kan zich nauwelijks meer voorstellen hoe verschrikkelijk de aanblik van die geblakerde ruines destijds was, maar wie zoals Paalman en de Roy van Zuidewijn tussen de puinhopen heeft gelopen, zal die beelden uit de hel nooit vergeten.
De roep om vergelding was groot en dat legde een zware druk op het recherchebijstandsteam ( RBT ) dat op zondagmorgen werd geformeerd. Het team, dat ijn het begin uit honderd mensen bestond, kreeg twee onderzoeksopdrachten:
1. Wat is daar gebeurd?
2. Wie is daarvoor verantwoordelijk?
Elke snipper informatie werd uitgeplozen en elke getuigenverklaring met nog meer zorg dan gewoonlijk gecheckt. Paalman en de Roy van Zuidewijn behoorden tot de meest ervaren rechercheurs van het team. Ze hielden zich bezig met het opsporen en verhoor van een van de directeuren. Tot december 2000 beschouwden de onderzoekers een bedrijfsongeval c.q. betrokkenheid van medewerkers van SE Fireworks als een reële mogelijkheid. Ook de Gemeente Enschede werd ruim een half jaar als verdachte gehoord. De betrokken milieuambtenaar legde een verklaring af waarin hij zei dat de gemeente met de vuurwerkopslagplaats in een woonwijk om economische redenen een gevaarlijke situatie gedoogde. Als SE Fireworks de opslagcontainers zou vervangen door nieuwbouw zou de gemeente Enschede deze investering af moeten kopen of tegen een forse vergoeding onteigenen om het plan Roombeek te realiseren. Kapitaal vernietiging dus.
Raadselachtige man
De gemeente werd gered door de gong. Na een paar wazige tips kwam Andre de V. in beeld als mogelijke brandstichter. Hij werd maandenlang intensief door het team gevolgd. Huiszoekingen en relatieonderzoek leverden echter geen bewijs op dat de V. er iets mee te maken had met de brand bij SE Fireworks. Hij was een raadselachtige man, werkeloos, warrig in zijn uitspraken, duidelijk anders dan anderen. De kwalificatie `mafketel`van zijn buurtgenoten was veelzeggend, maar was hij ook een pyromaan? OP 19 juni 2000 had hij geprobeerd zijn auto in brand te steken.De V. kon het moeilijk loochenen, want hij was op heterdaad betrapt. Zijn kleding, waaronder een rode sportbroek, werd in beslag genomen en op het politiebureau bewaard.
De kwalificatie `mafketel`van zijn buurtgenoten was veelzeggend, maar was hij ook een pyromaan?
Half oktober kwam het mogelijke daderschap van De V. door een ooggetuigenverklaring in een nieuw daglicht te staan. De getuige, mevrouw L., vertelde dat ze kort voor de ramp een blonde man met een buikje had gezien die hevig transpirerend en met een verschrikte blik in de ogen in grote haast het latere rampterrein verliet. Hij liep op slippers en droeg een T-shirt en een rode sportboek. De V. had wel een rood sportbroekje maar zijn uiterlijk – lang, slank, donker haar – voldeed totaal niet aan het signalement.
De V. had pech. Op 31 oktober 2000 bleek dat iemand met een mobiele telefoon die op zijn naam stond op 13 mei vanuit het rampgebied het alarmnummer 112 had gebeld. Het rode sportbroekje en de andere kleding van De V. die sinds 19 juni op het politiebureau lagen kwamen op 31 oktober bij het RBT binnen. Volgens Paalman en de Roy van Zuidewijn ging het team er slordig mee om. Het Nederlands Forensisch Instituut ( NFI ) vond sporen van vuurwerk op het rode sprotbroekje, maar later bleek dat dit een ander broekje was dan het kledingstuk dat op 31 oktober 2000 het onderzoek binnenkwam.
ALIBI
De V. werd `tot het gaatje`verhoord en hoewel hij in alle toonaarden zijn onschuld betuigde begon het net zich steeds dichter om hem te sluiten. Hij was warrig over zijn alibi, maakte een verwarde en agressieve indruk en deed in de meer dan vijftig verhoren waaraan het team hem onderwierp de kwalificatie van zijn buurtgenoten alle eer aan. De teamleiders en de officieren van justitie waren er van overtuigd dat ze de dader te pakken hadden, maar Paalman en de Roy van Zuidewijn hadden twijfels. In februari 2001 bleek dat de telefoon waarmee op 13 mei de eerste melding van de brand binnenkwam niet bij De V. maar bij iemand anders in gebruik was. De V. was die gsm kwijtgeraakt. Het apparaat kwam via een heler in het bezit van Dave L. Op 13 mei had De V een andere mobiele telefoon. Daarmee was hij wel in het rampgebied, zoals iedereen die in die wijk woonde, maar hij heeft die middag alleen gebeld met zijn vriendin. Dat wist de politie, maar de verklaring van mevr. L woog zwaarder.
Op 26 januari 2001,ruim een half jaar na de ramp werd De V. gearresteerd en formeel in staat van beschuldiging gesteld. De officier van justitie maakte een paar weken later bekend dat hij de gemeente niet langer zou vervolgen. De reden was het bestaan van het zogenaamde Pikmeer-arrest( zo genoemd naar een arrest uit 1998 waarbij het OM een gemeenteambtenaar die handelt in het algemeen belang niet kon vervolgen) , wat dagvaarden volgens hem kansloos maakte. Een merkwaardig besluit, want dit arrest was er dus al ruim voor mei 2000, toen het OM wél besloot de gemeente te vervolgen.
Millenniumnacht
De korpsleiding zette Paalman en de Roy van Zuidewijn onder druk: conformeer je aan ons standpunt – De V. is de dader – of verdwijn. Maar mannen met zo`n staat van dienst laten zich niet sturen als hun geloofwaardigheid in het geding is. De misdaadanalist van de politie schreef een proces-verbaal waarin hij de gang van zaken over de mobiele telefoon bevestigde. Dat proces-verbaal sterkte Paalman en de Roy van Zuidewijn in de overtuiging dat het RBT de verkeerde man te pakken had, maar zeer tegen hun zin werd het niet bij de stukken gevoegd die naar de rechtbank gingen. Toen Paalman naar de hoofdinspecteur ging en dringend verzocht het proces-verbaal bij te voegen, zoals het hoort bij ontlastend bewijs, gebeurde het alsnog, twee dagen voor de pro-formazitting in september 2002.
In het zelfde gesprek kregen ze op de val;reep toestemming de 112-band te beluisteren. Daaruit bleek dat de zus van Dave L. met de mobiele telefoon van haar broer de melding over de brand had gedaan. Het was duidelijk dat De V. niet de beller was met de zogenaamde ramptelefoon.
`De mensheid heeft daar een bom gemaakt en die zal ik laten ontploffen.`
Wat hem uiteindelijk noodlottig werd was de verklaring van getuige B., die beweerde dat De V. in de millenniumnacht in een café in Enschede over de vuurwerkopslagplaats had gepraat. Mogelijk met een biertje te veel op zou hij hebben gezegd: `De mensheid heeft daar een bom gemaakt en die zal ik laten ontploffen.`B. bevestigde dit onder ede bij de rechter-commissaris. Paalman en de Roy van Zuidewijn ontdekten echter dat De V. in de millenniumnacht bij zijn broer in Almelo was geweest. Zij verhoorden de broer en vijf andere getuigen die zijn aanwezigheid in Almelo bevestigden. Die zes verklaringen verdwenen in het digitale dossier en kwamen er pas weer uit toen de zaak in hoger beroep werd behandeld. Daar bleek dat B. had gelogen. Hij vond de rol van kroongetuige interessant en was uit op een beloning. Die kreeg hij ook, want een paar maanden later is hij veroordeeld wegens meineed.
In mei 2002 vertelden Paalman en de Roy van Zuidewijn hun nieuwe korpschef Deelman waarom De V. op valse gronden was beschuldigd. Deelman vroeg hun de bezwaren op te schrijven in een geheim memo dat alleen voor hem bestemd was. Dat mei-memo loopt als een rode draad door de procedure die aan het ontslag voorafging. De rechercheurs spraken ook met officier van justitie Stam, die zei: `Als jullie gelijk hebben ben ik mijn verdachte kwijt.`Voor Paalman en de Roy van Zuidewijn van hun verbijstering bekomen waren, was al duidelijk dat hij dat niet van plan was.
Misleiding
In juli hadden Paalman en de Roy van Zuidewijn een gesprek met Deelman, de leiders van het Tolteam en met officier van justitie Stam en diens baas, hoofdofficier van justitie Verhoeven. Deelman vroeg excuus dat hij het vertrouwelijke mei-memo aan alle deelnemers van de bespreking had gegeven. Natuurlijk zette het verhaal kwaad bloed; het was helder en duidelijk en zeer confronterend voor politie en justitie, want het toonde ondubbelzinnig aan dat er sprake was van misleiding van de rechterlijke macht. De sfeer van het gesprek werd grimmig. Officier van justitie Stam vroeg meewarig aan Paalman: `Bent u erg gefrustreerd ? ` Hij zelf twijfelde er geen moment aan dat de aanklacht tegen de verdachte prima was voorbereid en dat De V in Almelo veroordeeld zou worden.
`Je kunt wel gelijk hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat je het ook krijgt.`
Hoofdofficier van Justitie Verhoeven was minder zeker van zijn zaak. Hij schudde Paalman en de Roy van Zuidewijn na afloop de hand en zei dat hij hen geloofde en tegelijk hoopte dat het mei-memo nooit naar buiten zou komen. Deelman merkte zuur op: `Je kunt wel gelijk hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat je het ook krijgt.` Paalman en de Roy van Zuidewijn hielden zich gedeisd, in de vaste overtuiging dat De V. in Almelo zou worden vrij gesproken. Tot hun stomme verbazing kreeg hij vijftien jaar cel, omdat de rechtbank voorbedachte rade bewezen achtte door zijn uitspraak in de millenniumnacht.
De korpschef schond opnieuw de door hem zelf gewenste vertrouwelijkheid en bracht de geheime nota van Paalman en de Roy van Zuidewijn via advocaat-generaal Welschen van het Arnhemse gerechtshof in de openbaarheid. Volgens Welschen wisten de twee rechercheurs niet waar ze het over hadden. DE vraag is natuurlijk: waarom hielden OM en korpsleiding hardnekkig vast aan een verdachte waarvan voor het proces al duidelijk was dat hij niets met de ramp te maken had? En waarom werden twee ervaren rechercheurs met een onberispelijke staat van dienst en het gelijk aan hun zijde op een zijspoor gezet?
OM en Korpsleiding zijn onder druk gezet om redenen waarnaar we slechts kunnen gissen
Er is maar één verklaring voor: OM en Korpsleiding zijn onder druk gezet om redenen waarnaar we slechts kunnen gissen. Wat ook de directe oorzaak van de ramp is geweest, we weten nu dat De V. er niet de hand in heeft gehad. Het gerechtshof in Arnhem dat het hoger beroep van De V. in 2003 behandelde, hoorde Paalman en de Roy van Zuidewijn elk afzonderlijk. Na ampel beraad gaf het Hof hen gelijk en sprak de verdachte na tweeënhalfjaar gevangenschap vrij van rechtsvervolging. De V. kreeg een schadevergoeding van 125.000 euro. De advocaat-generaal, die door de rechters scherp terecht was gewezen, wilde in beroep gaan bij de Hoge Raad, maar Joan De Wijkersloot, het voormalige hoofd van het College van Procureurs-generaal, verbood hem in cassatie te gaan.
Lijdensweg
Na de vrijspraak van De V. dachten Paalman en de Roy van Zuidewijn dat hun conflict met de korpsleiding en het OM ten einde was, maar toen begon hun lijdensweg pas echt. Op de dag voor de uitspraak zei Deelman:`Morgen wordt De V. met 1000 procent zekerheid veroordeeld en dan zal ik mijn maatregelen tegen jullie treffen.`Op de logische wedervraag wat hij zou doen bij de vrijspraak antwoordde hij: `Dan zal ik mijn maatregelen tegen de leiding van het recherchebijstandsteam treffen.` Het is er nooit van gekomen. Integendeel, Deelman vroeg een justitieel onderzoek tegen het tweetal, wat de Rijksrecherche weigerde omdat er geen spraken was van een strafbaar feit. Je zou verwachten dat het RBT in het kielzog van de twee speurders die de waarheid over de verdachte hadden ontdekt met volle kracht op zoek zou gaan naar de oorzaak van de ramp, maar er kwam niets meer uit hun handen.
De aanleiding voor de brand blijft tot op heden onbekend. Paalmaan en de Roy van Zuidewijn hebben er wel een mening over, maar eerst dit nog. De voorgeschiedenis begon in 1992, toen in Culemborg een vuurwerkfabriek ontplofte waarbij twee doden vielen. Het NFI en TNO onderzochten de oorzaak en stelden vast dat vuurwerk in een afgesloten ruimte veel heftiger reageert dan wanneer het in open veld explodeert. Beide instanties stuurden een brief aan alle instellingen die over onze veiligheid waken, waarin ze waarschuwden dat opslag van vuurwerk binnen een woonwijk volstrekt onverantwoord is. Burgermeester Mans van Enschede zegt dat gemeente niets wist van die brief. Dat kan, maar dan nog had het gemeente bestuur op zijn vingers kunnen nagaan dat een vuurwerkopslagplaats niet in een woonwijk thuishoort.
Maar het staat vast dat de ramp niet nodig was geweest, wat ook de aanleiding was.
De directe oorzaak van de ramp is mogelijk een bedrijfsongeval, toen drie medewerkers van SE Fireworks die een buurtfeest voorbereiden op zaterdagmiddag een proef namen met vuurpijlen die ze uit een bunker hadden gehaald. Daarbij ging iets mis en ontstond de eerste brand. Waardoor het vervolgens escaleerde in nooit opgehelderd. Paalman en de Roy van Zuidewijn vermoeden dat sommige brandweerlieden niet alles hebben verteld , maar hun bazen dreigen met hen met ontslag als ze opening van zaken geven. Maar het staat vast dat de ramp niet nodig was geweest, wat ook de aanleiding was. En het staat ook vast dat de overheid in gebreke bleef om de veiligheid van haar burgers te beschermen. Paalman en de Roy van Zuidewijn hebben daarop gewezen en zijn keihard afgestraft.
Beklagprocedure
Nadat De V. door het gerechtshof was vrij gesproken vroeg burgermeester Mans – die nooit één woord met Paalman en de Roy van Zuidewijn heeft gewisseld – om een onderzoek door het Bureau In terne Zaken ( BIZ ) van de regio Gelderland-midden naar de handelswijze van de twee dissidenten. De onderzoekers melden in een tussen rapportage dat de kritiek van Paalman en de Roy van Zuidewijn relevant was. Daarop moest Interne Zaken het onderzoek overdragen aan de Rijksrecherche, die na een paar maanden rapporteerde dat de rechterlijke macht niet was misleid en dat er géén strafbare feiten waren gepleegd door politie en justitie.
Toen de advocaten van Paalman en de Roy van Zuidewijn een beklagprocedure hadden aangespannen, schreef Mans aan het parket in Arnhem: `Ik ben niet bereid de interne rapportage( van bureau Interne Zaken ) ter beschikking te stellen ten behoeve van een beklagprocedure conform artikel 12 Wetboek van Strafvordering omdat het hier een intern onderzoek betrof.` En dan volgt iets heel merkwaardigs: `Wellicht ten overvloede merk ik nog op dat een intern onderzoek in opdracht van de korpsbeheerder( hijzelf, Mans- J.V.) ook nooit antwoord zal kunnen geven op vragen die een strafrechterlijk relevant element in zich bergen. Juist het feit dat het bureau Interne Zaken in zijn tussenrapportage mogelijk strafrechtelijke relevante vragen opwierp was immers voor mij de reden om de kwestie uiteindelijk voor te leggen aan de Minister van Justitie.`Je zou zeggen: reden temeer om dat rapport openbaar te maken, want als het echt onzin bevatte zou dat ondubbelzinnig het gelijk van de overheid aantonen. Maar het bevat kennelijk zoveel aanwijzingen dat politie en justitie gesjoemeld hebben met ontlastend bewijsmateriaal dat het koste wat kost onder de ambtelijke pet moest blijven.
De directe aanleiding voor hun schorsing was weer zo`n bizarre kwestie.
Misstanden
De directe aanleiding voor hun schorsing was weer zo`n bizarre kwestie. Begin mei 2004 belde Paalman met de officier van Justitie Van der Meiden van het landelijke parket met het verzoek hem terug te bellen over de vraag of zij nog gehoord zouden worden door de Rijksrecherche ( die het onderzoek van Interne Zaken inmiddels had overgenomen).
Toen Van der Meiden en de Rijksrecherche niets lieten horen nam de advocaat van het tweetal het initiatief om Netwerk in te schakelen. Het actualiteitenprogramma maakte een reportage op vrijdagmorgen 14 mei waarin Paalman en de Roy van Zuidewijn uitgebreid aan het woord kwamen om de misstanden te verklaren. Diezelfde middag belde opeens Van der Meiden. Hij kreeg Paalman aan de lijn, vroeg op hoge toon wie hij was en waarom hij terug moest bellen. Paalman vroeg of de Rijksrecherche hen nog zou horen, waarop Van der Meiden kortaf antwoordde: `Ja , u krijgt bericht.` Einde gesprek. Natuurlijk gebeurde er dat weekeinde niets meer. Op zondag zond Netwerk de rapportage uit. Op Maandagmorgen riep de korpschef Paalman en de Roy van Zuidewijn op het matje en schorste hen omdat ze de publiciteit hadden gezocht. `Jullie attitude is niet goed.`
Van der Meiden had in een rapport geschreven dat hij Paalman op donderdag voor de opnamen had gebeld en dat Paalman derhalve de opnamen van vrijdag had moeten verhinderen. Toen Paalman riposteerde dat dit een leugen was en dat Van der Meiden pas vrijdagmiddag had gebeld, zei Deelman kortaf dat hij niet twijfelde aan de woorden van een officier van justitie van het landelijk parket. De adviescommissie die het bezwaar van beide geschorsten onderzocht zei dat de schorsing terecht was. Alleen de voorzitter, oud-burgemeester Van der Laan, zei dat hij tegen de schorsing was, maar daarin alleen stond.`Jullie konden niet geschorst worden, maar jullie moésten geschorst worden.` De vraag blijft waarom magistraten en hoge politieambtenaren liegen. De overheid wil iets verbergen, zoals ook wel blijkt uit de krampachtige pogingen – gesteund door de ( toenmalige) minister van Justitie – om de rapportage van het Bureau Interne Zaken openbaar te maken.
Eerherstel
De Raad van State bepaalde in januari 2009 dat de rechtbank in Almelo ten onrechte geen beslissing had genomen om het BIZ- rapport openbaar te maken en verwees de zaak terug naar de rechtbank. Wat dat voor een gevolg heeft voor het eerherstel van Paalman en de Roy van Zuidewijn is nog ongewis. Het gaat hen goed. Het ontslag en de hoogst onaangename periode die daaraan vooraf ging heeft hen er niet toe gebracht hun geliefde vak te verlaten. Integendeel: PD-recherche, hun tweemans recherchebureau floreert. Ze werken voor ondernemers en particulieren die zeer uiteenlopende vragen op gebied van recherche onderzoek stellen.
Voor advocaten doen ze aanvullend onderzoek in grote strafzaken,zoals de Deventer Moordzaak en de zaak-Overzier. Terugkeer naar de politiedienst lijkt uitgesloten, maar eerherstel en openlijke rehabilitatie door justitie met een passende schade vergoeding en herstel van hun pensioen rechten is wel het minst dat ze mogen verwachten. Want het zal je maar gezegd worden na dertig jaar uitstekende plichtsvervullingen door een korpsbeheerder met wie je nog nimmer een woord hebt gewisseld: `Jullie zijn ongeschikt en onbekwaam voor het ambt van politieman..`
Wat heeft openbaarmaking van het rapport voor gevolgen voor de rechtspositie van de staat? Wie is dat eigenlijk? Krijgen we daar de vinger achter, of is er een stilzwijgende afspraak tussen ambtenaren en politici dat niemand in persoon verantwoordelijk is voor het feit dat de vuurwerkopslagplaats in de woonwijk bleef staan? Ging die afspraak zo ver dat een vage verdachte koste wat het kost tot dader bestempeld moest worden om het falen van de overheid te verhullen? We weten het nieten degenen die het wel weten zullen nooit uit zich zelf toegeven dat er iets heel erg mis is gegaan. Wat is het gevolg voor de geloofwaardigheid van de rechtstaat als overheidsdienaren straffeloos hun mond mogen houden over een vermijdbare fout die onnoemelijk leed heeft veroorzaakt?
Of moeten we accepteren dat het recht weliswaar geldt voor iedereen, maar niet voor iedereen in gelijke mate?
Kunnen we die rechtstaat nog wel vertrouwen als deze kwestie niet tot op de bodem wordt uitgezocht en degenen die verantwoordelijk zijn voor de vuurwerkramp niet in het openbaar ter verantwoording worden geroepen? Of moeten we accepteren dat het recht weliswaar geldt voor iedereen, maar niet voor iedereen in gelijke mate? Kortom, is er sprake van klassenjustitie?
We kunnen de moed prijzen van de twee klokkenluiders die de onschuld van de verdachte in de openbaarheid brachten en daarmee impliciet aantoonden dat de schuld bij anderen lag, maar of die moed wordt beloond is nog een open vraag. Medio 2009 verwachten ze de uitspraak van de rechtbank in Almelo. Wordt vervolgd.
Uit:
KOUD BLOED nr.5 - mei 2009.
True crime magazine
ISBN 978 90 468 0567 1