Vroege knallers moeten het bezuren
GOES - De verleiding om nog voor oudjaarsdag lekker te knallen met pas aangeschaft vuurwerk is groot, blijkt in de straten van Goes. Om overlast aan te pakken en vernielingen te voorkomen is in heel Zeeland extra politie in burger op de been.
Agent Johan Kurvink van het Goese vuurwerkteam heeft een rustige ochtend achter de rug. In de hele stad is niemand betrapt op het afsteken van vuurwerk. Misschien ligt de schooljeugd ’zo vroeg’ nog wel op bed.
Dat geldt in elk geval wel voor die zeventienjarige jongen uit de Goese Polder, die Kurvink om half twee wakkerbelt.
De politie heeft enkele tips gekregen dat hij illegaal vuurwerk zou bezitten en zou verkopen. Het vermoeden klopt. Vijf minuten later komt hij in trainingspak naar buiten met Kurvink, die twee zware dozen met knallers naar de auto sjouwt.
Op het bureau geeft de jongen toe dat de ruim zeshonderd strijkers, vlinders en widowmakers illegaal in het buitenland zijn aangeschaft.
Een uur later gaan Edwin Franse en Kim Vermeulen de straat op. Ze gaan naar Goes Noord, waar regelmatig meldingen van vuurwerkoverlast vandaan komen. De twee zijn nog maar net op pad, of er vliegt een pijltje over een schutting. Tijd om een kijkje te nemen. Achter de poort spelen twee jochies, negen en tien jaar oud, met rotjes en ’babypijltjes’.
Hun zakken blijken volgepropt met de knallers die ze met een aansteker afsteken. „Dat is hartstikke gevaarlijk, bovendien mag het vandaag nog helemaal niet.“ zegt Vermeulen. „Van wie hebben jullie die gekregen?“
Eén van hen wijst naar de woonkamer, waar een man, een kennis, televisie kijkt.
Als Franse hem aanspreekt, is hij zich van geen kwaad bewust. „Die aansteker zullen ze wel uit de keuken hebben gepakt. Het is toch hun eigen verantwoordelijkheid?“
Een knul van dertien treft het even later minder goed. Voor de ogen van de agenten in burger steekt hij een rotje af. Hij mag in het nieuwe jaar de straten of de brandweerkazerne van Goes schoonpoetsen.
GOES - De verleiding om nog voor oudjaarsdag lekker te knallen met pas aangeschaft vuurwerk is groot, blijkt in de straten van Goes. Om overlast aan te pakken en vernielingen te voorkomen is in heel Zeeland extra politie in burger op de been.
Agent Johan Kurvink van het Goese vuurwerkteam heeft een rustige ochtend achter de rug. In de hele stad is niemand betrapt op het afsteken van vuurwerk. Misschien ligt de schooljeugd ’zo vroeg’ nog wel op bed.
Dat geldt in elk geval wel voor die zeventienjarige jongen uit de Goese Polder, die Kurvink om half twee wakkerbelt.
De politie heeft enkele tips gekregen dat hij illegaal vuurwerk zou bezitten en zou verkopen. Het vermoeden klopt. Vijf minuten later komt hij in trainingspak naar buiten met Kurvink, die twee zware dozen met knallers naar de auto sjouwt.
Op het bureau geeft de jongen toe dat de ruim zeshonderd strijkers, vlinders en widowmakers illegaal in het buitenland zijn aangeschaft.
Een uur later gaan Edwin Franse en Kim Vermeulen de straat op. Ze gaan naar Goes Noord, waar regelmatig meldingen van vuurwerkoverlast vandaan komen. De twee zijn nog maar net op pad, of er vliegt een pijltje over een schutting. Tijd om een kijkje te nemen. Achter de poort spelen twee jochies, negen en tien jaar oud, met rotjes en ’babypijltjes’.
Hun zakken blijken volgepropt met de knallers die ze met een aansteker afsteken. „Dat is hartstikke gevaarlijk, bovendien mag het vandaag nog helemaal niet.“ zegt Vermeulen. „Van wie hebben jullie die gekregen?“
Eén van hen wijst naar de woonkamer, waar een man, een kennis, televisie kijkt.
Als Franse hem aanspreekt, is hij zich van geen kwaad bewust. „Die aansteker zullen ze wel uit de keuken hebben gepakt. Het is toch hun eigen verantwoordelijkheid?“
Een knul van dertien treft het even later minder goed. Voor de ogen van de agenten in burger steekt hij een rotje af. Hij mag in het nieuwe jaar de straten of de brandweerkazerne van Goes schoonpoetsen.