Geen helderheid door getuigen in zaak noodvuurpijl
ROTTERDAM (ANP) - ,,Onthutsend''. Zo noemde advocaat A. Moszkowicz het proces-verbaal dat drie agenten van de politie Amsterdam-Amstelland hadden opgesteld na het zogenoemde vuurpijl-incident bij de voetbalrellen op 17 april 2005 in Rotterdam. De politiemannen hadden in het verbaal verklaard dat ze iemand vuurwerk hadden zien afsteken. Woensdag kwamen ze daar op terug. De drie politiemensen waren getuigen in de zaak van de 33-jarige Marco de V. Hij stak voor de wedstrijd Feyenoord-Ajax een zogenoemd noodseinmiddel af. Dit uiterst krachtig stuk vuurwerk vloog niet de lucht in, maar raakte een 31-jarige Rotterdammer recht in het gezicht met verwoestende gevolgen. Hij ondergaat nog steeds operaties.
Dat De V. het noodseinmiddel heeft afgeschoten, staat vast. Hij heeft het zelf gezegd. Het ging er woensdag bij de hervatting van de rechtszaak om of hij dat bewust richting een trein vol Ajax-supporters heeft gedaan of dat hij het stuk vuurwerk op een verkeerde manier heeft gebruikt.
In augustus eiste de officier van justitie 36 maanden celstraf waarvan zes voorwaardelijk tegen De V. De rechter deed vervolgens geen uitspraak, maar wees een tussenvonnis. Hij wilde getuigen horen, onder wie deskundigen. Woensdag had bij de rechtbank in Rotterdam de voortzetting plaats. De eis bleef staan.
In de ochtenduren kwamen achtereenvolgens een verkoper van noodseinmiddelen, een getuige van het incident, de drie Amsterdamse politiemensen en een medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aan het woord. Ze kregen allemaal beelden te zien van het vuurpijl-incident. De beelden zijn afkomstig van een camera op een van de lichtmasten in De Kuip.
De rechter doet op 19 april uitspraak. Het is mogelijk dat hij opnieuw tot een tussenvonnis komt als hij het verzoek tot nader onderzoek honoreert.
ROTTERDAM (ANP) - ,,Onthutsend''. Zo noemde advocaat A. Moszkowicz het proces-verbaal dat drie agenten van de politie Amsterdam-Amstelland hadden opgesteld na het zogenoemde vuurpijl-incident bij de voetbalrellen op 17 april 2005 in Rotterdam. De politiemannen hadden in het verbaal verklaard dat ze iemand vuurwerk hadden zien afsteken. Woensdag kwamen ze daar op terug. De drie politiemensen waren getuigen in de zaak van de 33-jarige Marco de V. Hij stak voor de wedstrijd Feyenoord-Ajax een zogenoemd noodseinmiddel af. Dit uiterst krachtig stuk vuurwerk vloog niet de lucht in, maar raakte een 31-jarige Rotterdammer recht in het gezicht met verwoestende gevolgen. Hij ondergaat nog steeds operaties.
Dat De V. het noodseinmiddel heeft afgeschoten, staat vast. Hij heeft het zelf gezegd. Het ging er woensdag bij de hervatting van de rechtszaak om of hij dat bewust richting een trein vol Ajax-supporters heeft gedaan of dat hij het stuk vuurwerk op een verkeerde manier heeft gebruikt.
In augustus eiste de officier van justitie 36 maanden celstraf waarvan zes voorwaardelijk tegen De V. De rechter deed vervolgens geen uitspraak, maar wees een tussenvonnis. Hij wilde getuigen horen, onder wie deskundigen. Woensdag had bij de rechtbank in Rotterdam de voortzetting plaats. De eis bleef staan.
In de ochtenduren kwamen achtereenvolgens een verkoper van noodseinmiddelen, een getuige van het incident, de drie Amsterdamse politiemensen en een medewerker van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aan het woord. Ze kregen allemaal beelden te zien van het vuurpijl-incident. De beelden zijn afkomstig van een camera op een van de lichtmasten in De Kuip.
De rechter doet op 19 april uitspraak. Het is mogelijk dat hij opnieuw tot een tussenvonnis komt als hij het verzoek tot nader onderzoek honoreert.