Artikel 1.3.1
1. Degene die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen het grondgebied van Nederland brengt, draagt ervoor zorg dat:
a. op de verpakking waarin het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zich tijdens het vervoer bevinden, is aangeduid de klasse waarin het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik volgens bijlage A van het ADR zijn ingedeeld als vuurwerk, en de aanduiding van de klasse overeenstemt met de eigenschappen van dat verpakte vuurwerk,
b. het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik vergezeld gaan van een door of namens hem opgestelde schriftelijke verklaring waarin per transportverpakking is aangeduid volgens welke klasse het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik ingevolge onderdeel a zijn ingedeeld en waarin hij verklaart dat de aanduiding van die klasse overeenstemt met de eigenschappen van de verpakte artikelen.
c. aan degene aan wie hij het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik na het binnen het grondgebied van Nederland te hebben gebracht ter beschikking stelt, een schriftelijke verklaring als bedoeld onder b wordt afgegeven.
Artikel 1.3.2
1. Degene die vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengt, meldt voorafgaand elektronisch het voornemen hiertoe bij Onze Minister. De melding wordt ten minste 48 uur voorafgaand aan het binnen of buiten Nederland brengen van de artikelen gedaan.
2. In afwijking van het eerste lid is het degene die consumentenvuurwerk in de periode van 15 december tot 1 januari binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengt, toegestaan het voornemen hiertoe ten minste 24 uur van te voren elektronisch bij Onze Minister te melden.
3. In afwijking van het eerste lid is het binnen 24 uur nadat is of zou worden aangevangen met het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik overeenkomstig artikel 3B.1, toegestaan de resterende artikelen buiten het grondgebied van Nederland te brengen zonder voorafgaande melding, met dien verstande dat binnen een werkdag na het buiten het grondgebied van Nederland brengen van de artikelen, door degene die de artikelen buiten Nederland heeft gebracht een melding aan Onze Minister wordt gedaan.
4. Bij de melding worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
a. de naam en het adres van degene die het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengt;
b. de voorziene plaats waar, de datum en het verwachte tijdstip, waarop het vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik binnen of buiten het grondgebied van Nederland worden gebracht;
c. of het consumenten- of professioneel vuurwerk dan wel pyrotechnische artikelen voor theatergebruik betreft, het door de fabrikant bij de vervaardiging toegekende artikelnummer dat dient ter identificatie van het artikel, de CE-markering, het type vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, de NEM, per artikelnummer de hoeveelheid verpakt vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik in kilogrammen of het gewicht per verpakkingseenheid in kilogrammen en indien van toepassing het containernummer waarin het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zich bevinden;
d. de voorziene datum waarop en de plaats waar het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik worden gelost of overgeladen en, indien de artikelen aansluitend aan het binnen het grondgebied van Nederland brengen tot ontbranding worden gebracht, de plaats van die ontbranding;
e. bij binnen het grondgebied van Nederland brengen het land van productie, de naam van de onderneming die het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik geproduceerd heeft, de naam en het adres van degene bij wie de artikelen worden opgeslagen, en de naam en het adres van degene voor wie de artikelen zijn bestemd;
f. bij buiten het grondgebied van Nederland brengen de naam en het adres van degene voor wie het vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik zijn bestemd, en het adres van degene bij wie de artikelen worden afgeleverd in het buitenland.
5. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop een melding langs elektronische weg wordt gedaan.
6. Afwijking van de gemelde gegevens wordt voorafgaand aan het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van vuurwerk of de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik terstond aan Onze Minister gemeld.
7. Voor de berekening van de periode van 48 uur, bedoeld in het eerste lid, worden uren die vallen op een dag, niet zijnde een werkdag, niet meegerekend.