Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum: 24 september 2015
Onderwerp: Toezeggingen Algemeen Overleg Jaarwisseling 2014-2015 en Vuurwerk d.d. 4 juni 2015
Bij deze informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, over toezeggingen die zijn gedaan tijdens het Algemeen Overleg over de jaarwisseling 2014-2015 en vuurwerk. In de eerste plaats ga ik in op de mogelijkheid van een eenmalige inleveractie van illegaal vuurwerk. Vervolgens komen aan de orde de situatie in België met betrekking tot vuurwerk, de relatie tussen de daling van het aantal incidenten met 2% en de daling van het aantal aanhoudingen met 28% tijdens de afgelopen jaarwisseling, vuurwerkvrije zones en vuurwerk in stadions.
Tevens ga ik in op de omvang van de evaluatie van supersnelrecht, zoals besproken tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg van 1 september 2015.
Mogelijkheden inleveractie
Naar aanleiding van vragen van de leden Oskam (CDA) en Berndsen-Jansen (D66) naar de mogelijkheden van een inleveractie voor illegaal vuurwerk heb ik onderzocht of er behoefte bestaat aan een inleveractie. Zoals ik 4 juni jl. opmerkte is eerder naar deze mogelijkheid gekeken en werd hiervan toen afgezien. Om de situatie opnieuw te bezien heb ik wederom met alle betrokken partijen (Openbaar Ministerie, politie en het ministerie van Infrastructuur en Milieu) overlegd over de mogelijkheden en consequenties van het inleveren van illegaal vuurwerk. Dit overleg heeft mij geen reden gegeven het beleid aan te passen.
Aan een inleveractie zijn, zo werd mij medegedeeld, consequenties verbonden op het gebied van vervoer, opslag, politiecapaciteit en administratieve lasten voor de politie. Voor vervoer en opslag van vuurwerk gelden strenge veiligheidsvoor-schriften, waaraan niet gemakkelijk kan worden voldaan bij een grootschalige inleveractie. Voor opslag geldt onder andere de voorwaarde dat de afstand van de opslag tot woningen minimaal 400 meter voor maximaal 750 kg vuurwerk en minimaal 800 meter voor opslag van maximaal 6000 kg vuurwerk dient te zijn. Daarnaast is het praktisch gezien geen optie om illegaal vuurwerk te laten inleveren op het politiebureau. Dit levert te veel bezwaren voor de veiligheid van personeel en omwonenden op. Een andere mogelijkheid is het melden bij de politie van het bezit van illegaal vuurwerk en het laten ophalen daarvan. Dit betekent onder andere dat er voldoende teamleiders explosievenverkenning moeten zijn om te bepalen wat er verder dient te gebeuren, zoals inschakeling van de Explosieven Opruimingsdienst en ontruiming van de buurt waar vuurwerk zich bevindt. Een inleveractie zal daardoor hoge kosten en extra lasten voor de politie met zich meebrengen in een periode dat deze toch al zwaar belast is. Voorts merk ik op dat de insteek van het kabinet is om illegaal vuurwerk strenger aan te pakken. Bij brief van 26 mei 2014 bent u hierover geïnformeerd. Bij deze strengere aanpak acht ik vrijwillig inleveren zonder sanctie niet passend. Ik zie dan ook geen reden om een inleveractie te houden en een generaal pardon te verlenen.
Situatie in België
Het lid Recourt (PvdA) heeft gevraagd hoe het komt dat zich in België minder incidenten voordoen, terwijl daar het hele jaar door zwaarder vuurwerk dan in Nederland mag worden verkocht. In België is de verkoop van vuurwerk geregeld in de landelijk geldende, federale wetgeving en is de verkoop inderdaad het hele jaar toegestaan.
Er bestaat in België echter geen federale regelgeving als het gaat om het afsteken van vuurwerk. De gemeenten zijn vrij om het afsteken van vuurwerk te regelen in het gemeentelijk politiereglement, op basis van art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Belgische gemeenten gaan hiermee op verschillende manieren om. In veel gemeenten is geregeld dat een vergunning moet worden aangevraagd of dat toestemming moet worden verkregen voor het afsteken van vuurwerk. In het geval van knalvuurwerk is altijd de toestemming van de burgemeester vereist. Sommige gemeentebesturen voorzien voor een bepaalde tijdsduur van de jaarwisseling (bijvoorbeeld tussen 20.00 en 01.00 uur) in een uitzondering. In dat geval wordt het aanvragen van de vergunning of toestemming soms vervangen door een meldingsplicht. Andere gemeentebesturen verbieden te allen tijde het gebruik van vuurwerk (ook tijdens de jaarwisseling). Vaak bieden ze dan alternatieven aan, zoals de organisatie van een groot vuurwerkspektakel door de gemeente.
Nederland kent een andere systematiek van regelgeving inzake vuurwerk (dit onderwerp is nationaal geregeld in het Vuurwerkbesluit), andere afsteektijden en andere verkooptijden. De bepalingen met betrekking tot lading en type vuurwerk kennen voorts meer beperkingen dan in België. Ik merk overigens op dat er in België geen landelijke cijfers zijn, zoals die in Nederland worden bijgehouden. Het is daarom niet mogelijk een vergelijking te maken of er in België minder incidenten plaatsvinden dan in Nederland. In Nederland worden op landelijk en lokaal niveau tal van maatregelen genomen om het aantal ongelukken en de overlast zo veel mogelijk te beperken. Ik verwijs u naar de brief van 13 maart 2015 en geef er de voorkeur aan om door te gaan met de in die brief genoemde aanpak.
Relatie daling aantal incidenten en aanhoudingen
Het lid Berndsen-Jansen (D66) heeft gevraagd wat de oorzaak is van de daling van het totaal aantal incidenten met 2%, terwijl tegelijkertijd sprake is van een daling van 28% bij het totaal aantal aanhoudingen. Binnen het totale aantal incidenten is een grote daling te zien bij het aantal zware mishandelingen, brand/ontploffingen en vernielingen. In het algemeen wordt het opsporingsonderzoek van dit soort incidenten gevolgd door een aanhouding. Daarnaast was sprake van een stijging van incidenten met vuurwerk. Ook is het aantal overige incidenten gestegen. Het gaat dan vooral om overlast door jongeren. Voor dit soort incidenten vindt in het algemeen geen aanhouding plaats. Dit verklaart een grotere procentuele daling van het aantal aanhoudingen.
Vuurwerkvrije zones en vuurwerk in stadions
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid heeft op mijn verzoek op zijn website informatie over mogelijkheden voor het aanwijzen van vuurwerkvrije zones toegevoegd. Daarnaast heb ik u in mijn brief van 27 augustus 2015 geïnformeerd over de aanpak van vuurwerk in stadions.
Evaluatie supersnelrecht
De toegezegde evaluatie van het supersnelrecht zal begin 2016 aan u worden aangeboden. Naar aanleiding van de vraag die het lid Oskam (CDA) tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg op 1 september 2015 stelde, merk ik op dat alle betrokken partijen bij de evaluatie zullen worden betrokken. Het gaat dan om de politie, het Openbaar Ministerie, de zittende magistratuur, advocatuur, justitiabelen en slachtoffers.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur